De fietsbrug vormt voor het autoverkeer op de N35 vanuit het zuidoosten een poort tot Zwolle. Het kruispunt is het begin of eind van de landschappelij­ke inpassing van de N35 richting Wijthmen en Heino, welke wordt gekenmerkt door forse bomenrijen en ruimtelijke doorzichten over het glooiende landschap met kleinschalige bebouwing. Opvallend landschappelijk element zijn de aardewalletjes aan de zijde van de Wijthmenerplas en de oude dijklichamen aan de zijde van de Marslanden. Deze aardewallen worden ingezet als gebiedseigen element om de brug zacht te laten landen. Het ontwerp van de brug wordt gezien als een doorgaande bewe­ging. Deze beweging wordt gevormd door het dek van de brug, welke met een helling de opmaat is naar de oversteek over het kruispunt, om daarna met een ruime bocht in een cirkelbeweging weer af te dalen en, onder de brug door, weer op maaiveld aan de overkant aan te sluiten op het fietspad.