De lijnen op de bovenzijde van de strandgaper vormen in het brugontwerp de bogen van de randliggers. In één sierlijke lijn is in de randligger ook de trap mee ontworpen die het hoogteverschil tussen maaiveld en bovenzijde van het dek overbrugd. Dit hoogteverschil is ontstaan door de belangrijke wens van de gemeente voor een doorschaatshoogte van 1.80 meter. De lichtgrijze betonnen randligger wordt bekleed met (rode) steenstrips die verwijzen naar de architectuur van zowel de kalkovens als de kademuren in het historische centrum van Hasselt. De landhoofden worden bekleed met witte steenstrips verwijzend naar de kleur van de schelpen uit de Waddenzee. Om de brug tot een vanzelfsprekende eenheid te maken is ervoor gekozen een leuning te ontwerpen in een lichtgrijze kleur met eveneens een verwijzing naar de sierlijke lijnen van de strandgaper.